Raadsheer

S c h a a k v e r e n i g i n g
♗ De Raadsheer
A m s t e r d a m
Anno 1922

Ons eerste team heeft het zwaar in de hoofdklasse van de SGA. Dat hadden we natuurlijk ook wel verwacht. De eerste twee wedstrijden waren net aan - met 4,5-3,5 - verloren gegaan tegen de twee sterkste teams: VAS en Caissa. Dus in de derde wedstrijd, op vrijdag 6 december uit in Amstelveen tegen Zukertort 1, moest er meer in zitten. Maar helaas kon niet alleen Tobias (uiteraard) niet meespelen, maar ook Ivo, Simon en Zhanna konden niet. En dat is wel heel zonde bij zo'n wedstrijd. Er waren dus drie invallers nodig en gelukkig werden Mustapha Yahia en Wim Postema bereid gevonden om mee te spelen. Maar de derde invaller lukte niet, waardoor ik zelf in Godsnaam maar moest spelen. 

Dat is natuurlijk geen beste motivatie voor mij en dat bleek ook al snel. Ik (1823) had een bekende tegenstander, Harold de Boer (1906) aan bord 8. Maar ik heb wel eens beter tegen hem gespeeld. Al heel snel moest ik een pion geven, maar door niet goed op te letten werden het er gelijk twee. Toen kon ik gelijk opgeven, maar ik heb nog even tegengestribbeld. Tevergeefs: ik verloor. Omdat ik zelf meespeelde heb ik ook niet zo veel van de andere partijen gezien. Een kort rondje dan maar. Gelukkig kon Manuel Bosboom (2375) wel. Hij speelde aan bord 1 tegen Onno Elgersma (2323). Laten we zeggen dat Manuel volgens mij niet zijn beste avond had en natuurlijk is Onno ook niet de minste. Dus verlies.  Jonas Dornieden (2079) speelde aan bord 2 tegen een andere bekende: Michiel Harmsen (2049). Toen ik ging kijken was ik niet enthousiast over zijn  stelling, maar Michiel kwam er ook niet door. Wel kwam Jonas in enorme tijdnood, maar zijn tegenstander lette misschien daardoor niet goed op zijn eigen klok. Hoe dan ook: er was al een remise-aanbod van Jonas afgeslagen, maar toen bood Michiel zelf remise aan. Alleen bleek hij toen al door zijn vlag en dat beëindigt de partij onmiddellijk: winst voor Jonas. Bord 3 werd ingenomen door Jeroen Goedhart (1948) tegen Paul-Peter Theulings (2091). Dat is een sterke tegenstander, maar toen ik kon kijken stond Jeroen heel erg goed. Ook zijn aanval zag er prachtig uit, maar misschien vergde hij toch iets te veel van de stelling. Op het eind moest (en kon!) hij vluchten in eeuwig schaak. Toch niet gek, die remise. De partij van Leon Haverkamp (1917) tegen Marcel Laarhoven (1994) kon in niet zo goed bekijken, maar ik had de indruk dat Leon toch wat benard stond. Tegelijk leek er nog behoorlijk wat remisemarge en Leon kwam wel terug. Het werd remise. Bord 5 kende ook een vreemd verloop. Olaf Cliteur (1931) speelde daaraan tegen een mede-arbiter, Eric Roosendaal (1990). Eric vertelde zelf dat hij heel slecht stond, misschien verloren, maar dat moest nog wel afgemaakt worden. En dat bleek niet eenvoudig. De stelling sloeg om en Olaf moest opgeven. Mustapha (1894) speelde aan bord 6 tegen Shrey Shah (1852), nog niet zo lang geleden een jeugdspeler die deelnam aan ons toernooi. Dat was een leuke partij, vooral omdat Mustapha het - ondanks dat hij zich niet geweldig voelde - wel won. Wim viel in op bord 7 en toen ik ging kijken stond Wim fors materieel achter tegen de mij onbekende Leon Rahimi (1782), maar gek genoeg had hij toch de meeste dreiging. Dat kwam ook omdat het materiële overwicht nog niet ingezet kon worden. Helaas was het uiteindelijk toch niet haalbaar en Wim verloor. Bord 8 is al beschreven.

Zo werd het dus 5 - 3. Erg jammer, want zelfs met drie invallers waren we toch aan elkaar gewaagd (gemiddeld 1998 tegen gemiddel 1976). Hier hadden we dus kans op punten gehad. Nou ja, dan gaan we het volgend jaar gewoon weer proberen. Het team heeft kwaliteit genoeg voor handhaving, dus hopelijk gaat dat ook blijken. In ieder geval bedankt allemaal en zeker ook de invallers.

Gerie Opgenhaffen.