Raadsheer

S c h a a k v e r e n i g i n g
♗ De Raadsheer
A m s t e r d a m
Anno 1922

Hoewel het de hele tijd een kwakkelwinter was, deed de winter in de lente - op 31 maart - nog een laatste uitval. Op die datum moest Raadsheer 1 in Diemen aantreden tegen een oude bekende: Oosten-Toren 1. Ondanks sneeuw en wind traden we aan - sommigen zelfs na een lange fietstocht. Om nog kans te hebben om ons te handhaven of het hoogste niveau van de SGA moesten we winnen. Dat is gelukt, al was het met de hakken over de sloot. Maar toch: de winst was er.

Het eerste punt kwam weer van Manuel. Hij speelde op bord 1 tegen Theo Gosman (2004), oud-lid en oud-penningmeester van de Raadsheer. Theo zag het van tevoren al somber in, maar hij maakte het Manuel niet makkelijk. Ik zat er vlakbij en het is altijd een genot om te zien hoe een partij van Manuel zich ontwikkelt.  Uiteindelijk was het niet te houden, 0-1. Er volgden twee remises. Harmen zat op bord 5. Dat bord was eigenlijk voor Olaf bedoeld, maar die had zich met flinke koorts ziek moeten afmelden. Hij speelde daar tegen een nieuw, ratingloos lid van Oosten-Toren, Joris de Groot. Maar dat hij wel kan schaken hadden ze daar al wel gezien. Harmen probeerde van alles, maar moest afwikkelen naar een remise-eindspel. Prima Harmen, en nogmaals heel erg bedankt dat je op het allerlaatste moment wilde invallen. De andere remise was van Simon. Hij speelde op bord 3 tegen Hank Hoving (1933) en kwam heel goed te staan. De aanval die hij opzette sloeg echter niet door - misschien ook een beetje door een overmaat aan voorbereiding? - en hij moest in remise berusten. 1-2 dus. Het volgende punt kwam van Tobias (2) tegen een oude bekende van de zomercompetitie, Pieter van Dijke (1869). Tobias won al snel een kwaliteit, maar moest toch goed blijven opletten. Uiteindelijk blijken bijna 500 ratingpunten verschil toch wat veel: 1-3. 

Toch was ik er nog allerminst gerust op. Het zag er nog helemaal niet rooskleurig uit en op sommige borden zelfs slecht. Dat begon met de arme Jacob op bord 4. Zijn tegenstander was er na enige tijd nog niet en bij navraag bleek de goede man corona te hebben. Maar Willem Moene (2130) liep rond en die moest toen maar spelen. Jacob heeft lang en goed gespeeld en bijna aan het eind blijkt het nog een theoretische remise geweest te zijn, maar je moest wel een computer zijn om dat te zien. Jammer voor Jacob, maar goed gespeeld. De borden 6, 7 en 8 speelden nog en het bleef spannend. Een prettig moment was dat de andere invaller, Leon op bord 8 tegen Gerard Buskermolen (1804) won. Leon speelde en stond al een tijd heel goed, maar dan moet je ook nog echt winnen. Gelukkig deed hij dat. 2-4 en nog een halfje dus, maar kwam dat er? Vincent had op bord 6 tegen Diego Lont (1710) een stuk moeten inleveren. Ik vond zijn zet La6 al stinken omdat hij zichzelf insloot. Hij had er nog wel 2 pionnen voor, En Henri speelde op bord 7 een prima partij tegen oud-Donnerspeler Wim Leene (1793), maar in het tijdnoodgewoel kwam ook hij een stuk achter. 

Henri bleef nog wat proberen, maar kon er uiteindelijk toch eeuwig schaak uit slepen en dus de wedstrijd in ons voordeel beslissen. Vincent speelde nog als langste door. Aan vechtlust lag het niet, maar een stuk achter bleek toch te veel gevraagd. En zo werd het dus 3,5 - 4,5.

Een noodzakelijke overwinning, maar we zijn er nog lang niet. Het beeld in de Hoofdklasse is vertekend door het verschil in aantal gespeelde partijen, maar onze naaste concurrent Paard d4 1 haalde een matchpunt tegen de koploper, VAS 1! We moeten de onderlinge ontmoeting dus per se winnen op woensdag 20 april thuis. Hopelijk is iedereen er dan! Onze laatste wedstrijd - een inhaalwedstrijd uit de coronaperiode - spelen we dan pas op 15 juni thuis tegen Caissa 2. Zij staan nu onder ons, maar ook met 2 wedstrijden minder gespeeld. Laten we er maar hard voor blijven vechten. 

Gerie Opgenhaffen.