Op 8 december speelde het tweede een uitwedstrijd tegen Amsterdam-West 3, een sterke tegenstander. Hun gemiddelde rating van de opgestelde spelers was 1890, terwijl wij, met opnieuw twee invallers (Jaap Loos en Peter Voets), niet verder kwamen dan gemiddeld 1740. Dus geen enkele kans, zou je zeggen.
Peter speelde met wit kreeg een Franse opening tegen. Daarbij ging het al spoedig mis in het centrum: hij verloor z’n e-pion en daarmee werd zijn stelling een schietschijf. Zijn tegenstander wist er wel raad mee. Jaap begon goed en had een prima stelling. Wellicht stond hij zelfs gewonnen. Maar even later stond hij twee pionnen achter en ondanks lichte compensatie was verlies onvermijdelijk. Bij Ton vlogen de stukken van het bord. Uiteindelijk had Ton 6 pionnen en een loper tegen 6 pionnen en een paard. Door een wat ongelukkige pionnenstructuur bleek het paard sterker dan de loper. Ton verloor. Ook bij Gerie werd de partij beslist door een knol: Gerie liet in gelijke stelling een vorkje toe.
Zo stonden we na een enkel uur spelen met 4-0 achter en leken we af te stevenen op een grote nederlaag. Maar zover kwam het niet. Hans kreeg met wit de Schliemannvariant van het Spaans (3. … f5) tegen. Hij koos een wellicht iets riskante maar wel minder bekende variant, die tot een wilde stelling leidde. Hij won enig materiaal en na langdurig manoeuvreren en consolideren de partij. Harmen speelde met zwart opnieuw een typerende partij: een tamelijk gesloten stelling met veel stukken op het bord, waarin hij zich moest verdedigen tegen een langzaam opkomende koningsaanval. Zijn stelling werd steeds moeizamer en het ergste werd gevreesd. Maar plotseling was de partij afgelopen: door een blunder verloor zijn tegenstander een kwaliteit en een stuk, waarbij ook nog eens zijn aanval voorbij was. Intussen was Eelco ook in een heel gesloten stand terechtgekomen waarin uitsluitend kleine zetjes gedaan konden worden. Hij had wel de meeste ruimte maar zwart had de meeste dreigingen tegen enkele zwakkere plekken. Uiteindelijk stond alles vast en was remise onontkoombaar. Op dat moment stond Wim er al heel goed voor. Na een rustige, positionele partij kwam hij in een betere stelling terecht, won een pion, ruilde dames en paarden en won het eindspel gemakkelijk.
Conclusie: een minimaal en eervol verlies.