Raadsheer

S c h a a k v e r e n i g i n g
♗ De Raadsheer
A m s t e r d a m
Anno 1922

Op woensdag 5 februari speelde Raadsheer 1 een belangrijke thuiswedstrijd tegen ENPS 1. Gelukkig kon ik er na enige weken afwezigheid weer bij zijn. Om degradatie te kunnen ontgaan mochten we deze wedstrijd eigenlijk niet verliezen, want ENPS is een directe concurrent. En natuurlijk eigenlijk winnen. De voortekenen waren best gunstig: wij misten alleen Jonas Dornieden, maar Harmen van der Ploeg was bereid in te vallen en hij is de laatste tijd goed in vorm. ENPS daarentegen had door ziekte drie invallers nodig en miste ook hun sterkste spelers. De teams waren zeer aan elkaar gewaagd en het beloofde dan ook een spannende en gelijkopgaande wedstrijd te worden. Maar daar was geen sprake van, helaas.

Het ging al snel mis bij Harmen (1890). Hij speelde aan bord 8 tegen Boudewijn van Bockhoven (1902). Wat hij deed zag er mooi uit, maar helaas misrekende hij zich. Dat ging ten kosten van een kwaliteit, maar ook de stellng stortte in. Eigenlijk kon hij toen gelijk opgeven en niet veel later gebeurde dat ook. Jammer Harmen!  Nog een tijdje leek het op de overige borden alle kanten op te kunnen, maar rond 22.15 begonnen de donkere wolken op te doemen. Bij Manuel Bosboom op bord 2 (2368 tegen Tom Bottema, 2126), Jeroen Goedhart op bord 3 (1953 tegen Peter Nitschke, ook 1953) en Olaf Cliteur op bord 7  (1951 tegen Kees Bakker, 1949) leek het nog wel redelijk of zelfs beter te staan. Helaas gold dat toen al niet voor Ivo Knottnerus op bord 1 (2093 tegen Ardin Bosboom, 2154), Simon Groot op bord 4 (1907 tegen Peter Hoekstra, 1990), Zhanna Shendrik op bord 5 (1999 tegen Stefan Lehmann, 2038) en Leon Haverkamp op bord 6 (1920 tegen Bas Jonkers, 1906). Zo, dan hebben we iedereen alvast genoemd.

Nog even kwam er goed nieuws van Zhanna, want zij redde haar benarde stelling en kwam remise overeen. Daarmee werd zij gelijk ook "topscorer". Ivo's stelling werd steeds moeizamer tot het niet meer te houden was: 0,5-2,5. Dat bleef het enige tijd. Maar inmiddels stond alleen Jeroen verder nog goed. Simon kwam twee pionnen achter te staan en gaf op. Ook bij Leon was het niet meer te stuiten. Daarmee was het pleit beslecht: 0,5-4,5. Maar de gifbeker moest helemaal leeg, want ook bij Jeroen sloeg het noodlot toe: hij had volgens mij één of twee solide pionnen voor kunnen staan, maar hij zag een betere en mooiere variant. Dat was het ook, maar op het eind bleek er toch een antwoord en was het pleit ook aan dit bord beslecht. Manuel had heel goed gestaan, maar waarschijnlijk iets te veel geïnvesteerd (wat hij graag mag doen en vaak met succes) want ik zag plotseling geen dame meer op zijn bord. Hij probeerde nog wel van alles en het werd een dolle boel aan dat bord - mede door overvloedige bierconsumptie aan beide kanten - maar hij blijkt toch niet altijd te kunnen toveren. Waarna ook Olaf - die het betere van de stelling al kwijt was nadat hij een kwaliteit verloor - moest capituleren.  En zo werd het 0,5 - 7.5. 

En nu? Tja, de desillusie is natuurlijk groot en we mogen niet meer rekenen op handhaven. Maar we gaan het desonanks natuurlijk wel proberen. Op vrijdag 7 maart spelen we uit tegen ENPS 2. Inderdaad, nog een ENPS-team. Zij staan nog onder ons en zij hebben ons vorig jaar in de eerste klasse de loef afgestoken. Het is dus wel een beetje een erekwestie om die wedstrijd te proberen te winnen. En wie weet? Theoretisch is er nog van alle mogelijk.

Gerie Opgenhaffen.